Volgende week een deadline, dus deze week de stukken schrijven. Inmiddels is het vrijdagmiddag, betrap je jezelf erop dat je het schrijfwerk al de hele week zo links mogelijk laat liggen en er zelfs dan nog met een boog omheen loopt, en heb je dus nog geen letter op papier. Je hebt besloten dat je er nu écht voor moet gaan zitten, en dan: *krekels*. Een stil hoofd en er komt he-le-maal niks. Ken je dat?
Klopt. Het vervelende is alleen: creativiteit laat zich niet dwingen. En hoe harder jij tegen je hoofd gaat schreeuwen dat het NU moet gaan produceren (en rap een beetje) hoe langer het duurt voor jij op papier krijgt wat je nodig hebt om die tender binnen te trekken.
Waarschuwing: hierna volgen een aantal adviezen waar jouw brein als eerste VOL tegenin zal gaan. Want “Daar hebben we geen tijd voor!” en “Dat helpt toch niet!” en meer van dat soort werk.
Deed mijn brein namelijk ook. En toch werken deze tips om jezelf over dat writers block heen te heisen.
Kan jij je eigen brein overrulen en deze adviezen een kans geven?
Van binnen zitten is nog nooit iemand beter geworden. Achter je bureau vind je het blijkbaar niet, dus stappers aan en gaan. Even een half uurtje zuurstof snuiven. Bewegen zorgt bovendien voor nieuwe energie; de energie die je nodig hebt om die creativiteit een beetje op gang te krijgen.
Ben je klaar met je rondje, maak het schrijven dan ook een beetje leuk voor jezelf. Dat start met de plek vinden waar jij je het allerbest voelt. En dat kan zomaar eens niet achter je bureau zijn, maar bij dat koffietentje met die fantástische cappuccino om de hoek. Of thuis op de bank. Of met uitzicht op het strand.
Ga je naar die koffietent, stop dan wel even een noise cancelling hoofdtelefoon in je tas. Ik heb zelf deze, en ben daar heel tevreden over. #nospon
Ik schrijf het liefst op kantoor, met de Focus muziek uit de Meditation Moments app op m’n hoofdtelefoon. Op een schrijfdag herken je me aan een comfortabele sweater, spijkerbroek en sneakers. En koffie. Altijd koffie binnen handbereik.
Heb je weleens een verhaal van iemand aangehoord waar geen touw aan vast te knopen was? Zo’n verhaal dat van links naar rechts schiet, en waar je uiteindelijk dus helemaal niets van onthoudt? Precies dát is wat je de beoordelaars aandoet als jij niet start met een goede potloodschets van je verhaal.
Wist je dat structureren en creativiteit twee totaal verschillende processen zijn in je brein? Ga je die twee door elkaar gooien, dan kost het schakelen tussen die twee taken enorm veel energie, en het maakt de kwaliteit van je stukken dus ook niet beter.
Daarom: start met een grove opzet van je stukken. En komen er dan mooie, sprookjesachtige oneliners voorbij? Noteer die dan alvast, maar ga er in geen geval krampachtig naar zoeken. Bouw de stukken op aan de hand van de vraagstelling, zodat je zeker weet dat je alle vragen beantwoordt. Het aanbrengen van deze structuur zorgt ervoor dat je ook alvast helder hebt waar welke informatie moet komen te staan. Dat voorkomt dat je bij een vraag over je klantenservice al je kruit al verschiet over je klachtenprocedure, bijvoorbeeld.
Wat dan? Nou, die ellendige overtuiging dat je van boven naar beneden en van links naar rechts moet schrijven.
Pak een vel papier en gooi alles wat er in je opkomt eruit. Maakt niet uit of het op het eerste gezicht gek is; het kan namelijk ook zomaar die briljante ingeving zijn die jouw stukken straks positief onderscheidend maakt van de andere inschrijvingen.
Heb je je structuur helder en je hoofd leeggeschreven, dan nóg hoef je niet te starten met de inleiding en te eindigen met het slot. Sterker nog: die pakkende inleiding schrijven waarin je het beste van je aanbod direct pitcht kan eigenlijk pas als de rest al staat als een huis.
Loop je vast in een bepaalde alinea of vraag? Stoppen en doorgaan met de volgende. Deze alinea komt dan straks wel. Zorg wel altijd dat je het stuk voordat je het indient nog een keer integraal, van voor naar achteren, leest, en dat eventuele interne verwijzingen in je stuk kloppen.
Lukt het niet? Betrek dan ook je team. Dat het schrijfwerk toevallig bij jou geparkeerd is betekent natuurlijk niet dat je je team niet om hulp kan of mag vragen. Neem een teamlid mee als je dat rondje gaat wandelen, drink samen een kop koffie of bel gewoon even. Benoem hardop waar je tegenaan loopt en waar je vastloopt. Een writers block kan een tijdelijk tekort aan kwaliteit zijn, maar ook betekenen dat je niet voldoende input hebt voor een goed stuk. Daar kom je al pratend met je teamgenoot wel achter, zodat je daarna de juiste stappen kunt zetten.
Misschien een licht gevoelig puntje, maar ik kaart het toch even aan. Als jij deze week pas toekomt aan het schrijven van de stukken, terwijl de deadline volgende week is, zet je er voor jezelf ook flink wat druk op. En druk op je brein komt je creativiteit niet ten goede.
Plan bij je volgende aanbesteding de eerste versie van de stukken vlak voor of vlak na de (eerste) NvI. Dan heb je daarna nog alle tijd om extra input op te halen, daar eens een middag over te dagdromen en er vervolgens een rockend stuk van te maken.
Deze blog is mede tot stand gekomen door mijn eigen writers block. Dus als je me wilt excuseren, ga ik nu zelf een rondje wandelen en in mijn trui met spijkerbroek en sneakers mijn brein nog even pijnigen.